Hervormingen van het wetboek van vennootschappen en verenigingen

Uitdagingen en impact van de hervorming op de verenigingen

De hervorming van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen die sinds eind 2015 wordt aangekondigd, en die minister van Justitie Koen Geens overweegt, komt in een actievere fase. Deze hervorming kadert in een algemene hervorming van het recht voor de ondernemingen, waarvan de doelstellingen er volgens de minister in bestaan om te zorgen voor een meer vereenvoudigde wetgeving, om de wetgeving in overeenstemming te brengen met de realiteit op het terrein, en om de modernisering en aantrekkelijkheid ervan te stimuleren voor de ondernemingen.

Dit hervormingsontwerp roept ook vragen op betreffende de impact voor de socialprofitsector. De essentiële elementen van de hervorming voor onze sector zijn:

1. Hervorming van de faillissementswet (insolventiewet van 11 augustus 2017)

  • De wetgeving betreffende het insolventierecht van ondernemingen is van toepassing op de verenigingen.

2. Hervorming van het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen (Indiening wetsontwerp wordt verwacht in april 2018 – stemming voor de zomer van 2018)

  • De verenigingen zullen net als de andere vennootschappen zonder beperkingen economische (industriële/commerciële) activiteiten kunnen uitoefenen.  Ze zullen echter hun winst nooit (rechtstreeks of onrechtstreeks) kunnen herverdelen.
  • Het onderscheid tussen vennootschappen en verenigingen zal nu enkel gemaakt worden op basis van het criterium van de rechtstreekse of onrechtstreekse verdeling van de winst voor de leden of de bestuurders van deze structuren. Het huidige criterium (geen winstoogmerk - industriële/commerciële handelingen) zou verdwijnen.
    • Vennootschappen: economisch voordeel voor de vennoten.
    • Verenigingen: verwijzing naar het maatschappelijk doel van de vereniging en dus formeel verbod van winstverdeling. De verenigingen en de stichtingen zullen onderworpen worden aan een strikt verbod van (rechtstreekse en onrechtstreekse) herverdeling van de eventuele winst voor de leden of bestuurders.
  • Het vennootschapsrecht wordt geïntegreerd in een uniek wetboek voor vennootschappen en verenigingen. Hierdoor zullen een aantal bepalingen op dezelfde wijze toepasselijk zijn voor ondernemingen, verenigingen en stichtingen, maar er wordt nog steeds gelet op de wettelijke specifieke kenmerken van die laatste twee juridische vormen.

3. Uitbreiding van het begrip onderneming in het Wetboek van Economisch Recht (Wetsontwerp wordt momenteel besproken in de Kamer – stemming voor eind april 2018)

  • Oprichting van een nieuwe rechtbank voor ondernemingen die ook zal bevoegd zijn voor de verenigingen. Het zou voorzien zijn om rechters in handelszaken aan te stellen die gespecialiseerd zijn in de verenigingssector.
Contactpersoon
Bruno
Bruno
Gérard
02 210 53 00