Het beheer van giften, legaten en subsidies
Context
Het beheer van giften, legaten en subsidies is een belangrijke uitdaging voor organisaties in de non-profitsector. Het is essentieel om inzicht te hebben in de verschillende financieringsvormen en de bijhorende fiscale en administratieve verplichtingen, om zo een gezond en wettelijk conform beheer te kunnen garanderen. In deze fiche worden de definities en basisprincipes verduidelijkt, om duidelijkheid te scheppen over deze verschillende financieringsvormen en hun eigen verplichtingen.
Definities en algemene informatie
Er bestaan verschillende soorten transacties met goederen waarmee verenigingen of stichtingen hun kapitaal (roerend of onroerend) kunnen verhogen:
- Lidgeld: financiële bijdrage van de leden in de werkingskosten van de vereniging, binnen de in de statuten vastgelegde grenzen;
- Gift: bijdrage van leden of derden ter ondersteuning van de vereniging, in geld of in natura. Een gift kan onderworpen zijn aan voorwaarden;
- Legaat: overdracht van een goed of vermogen in het kader van een nalatenschap, in geld of in natura. Een legaat kan onderworpen zijn aan voorwaarden;
- Subsidie: een subsidie is in eerste instantie een financiële steun, rechtstreeks of onrechtstreeks, toegekend (door een publieke of private entiteit) met het oog op de financiering van een activiteit van algemeen belang.
Principes van boekhouding
Hoe deze goederen te boeken? Of ze nu in geld of in natura zijn.
- Goederen die aan de vereniging worden geschonken of gelegateerd en die zij toewijst aan haar activiteiten, worden bij de verwerving geboekt tegen hun marktwaarde of, bij gebrek daaraan, tegen hun gebruikswaarde.
- Goederen die gratis ter beschikking worden gesteld, worden enkel geboekt als de vereniging er gebruik tegen vergoeding van zou kunnen maken. In dat geval worden de goederen eveneens geboekt tegen hun marktwaarde of, bij gebrek daaraan, tegen hun gebruikswaarde.
- Andere aan de vereniging geschonken of gelegateerde goederen (dus die niet aan haar activiteiten worden toegewezen) worden enkel geboekt als zij bestemd zijn om gerealiseerd te worden. In dat geval worden ze opgenomen bij de inventaris of bij hun realisatie, indien die plaatsvindt vóór de inventaris. De vereniging of stichting waardeert deze goederen tegen hun vermoedelijke realisatiewaarde op het moment van de inventaris, of tegen hun realisatiewaarde indien deze plaatsvindt vóór de inventaris. Indien de vermoedelijke realisatiewaarde nul is, worden deze goederen vermeld ter informatie zodat derden correct geïnformeerd zijn over de situatie van de vereniging na de inventaris. Ze worden niet in de balans opgenomen, maar enkel in een neutrale boeking bij de inventaris.
Wanneer boeken als er voorwaarden zijn?
- Opschortende voorwaarde: een subsidie, gift of legaat onder opschortende voorwaarde mag pas geboekt worden wanneer de voorwaarde is vervuld.
- Ontbindende voorwaarde: en subsidie, gift of legaat onder ontbindende voorwaarde moet worden geboekt. Afhankelijk van de waarschijnlijkheid dat de voorwaarde zich voordoet, moet er een voorziening worden aangelegd.
- Herroepingsrecht: dit betreft giften en legaten waarvoor gebruiksvoorwaarden gelden of voorwaarden voor behoud ervan.
Welke boeking voor welk type goederen?
Sinds de hervorming van het WVV is de boekhoudkundige verwerking van giften, legaten en subsidies gewijzigd om in overeenstemming te zijn met de regels die gelden voor vennootschappen.
Om de boekwaarde te bepalen, voorziet het Wetboek van vennootschappen en verenigingen (WVV), zoals gewijzigd door het KB van 20 april 2019, dat geschonken of nagelaten goederen geboekt moeten worden aan hun aanschaffingswaarde.
Het bestuursorgaan van de vzw mag er echter voor kiezen om de goederen te waarderen aan hun reële waarde, marktwaarde of gebruikswaarde, mits vermelding en verantwoording in de toelichting.
Concreet moet het bestuursorgaan beslissen of het zich beperkt tot de aanschaffingswaarde of kiest voor een waardering aan reële waarde, marktwaarde of gebruikswaarde.
Om de meest geschikte boekhoudkundige verwerking te bepalen, moet worden nagegaan of het ontvangen goed bestemd is om de werking van de vereniging duurzaam te ondersteunen.
- Indien de steun duurzaam is, wordt een rekening van het eigen vermogen geboekt.
- Indien de steun niet duurzaam is, wordt dit beschouwd als een opbrengst van het boekjaar.
Meer info: CNC-advies 2020/10 van 3 juni 2020
Subsidies
Er bestaan drie grote categorieën van subsidies:
- Subsidies die uitsluitend bedoeld zijn om de werking van de vereniging of stichting duurzaam te ondersteunen, waardoor het verenigingsvermogen permanent verhoogd wordt. Het effect op lange termijn leidt tot een wijziging van de financiële structuur van de vereniging. Bijvoorbeeld: een cashinjectie die een negatieve liquiditeitspositie herstelt.
- Subsidies die worden geïnvesteerd in vaste activa en geboekt worden als kapitaalsubsidies (onder het eigen vermogen). Bijvoorbeeld: een stuk grond, aangezien dit een investering zonder beperkte levensduur betreft (in tegenstelling tot investeringssubsidies voor afschrijfbare activa, die gespreid in het resultaat opgenomen worden).
- Werkings- of interestsubsidies, die bepaalde werkings- of financieringskosten dekken, en die rechtstreeks als opbrengst in de resultatenrekening worden geboekt. Wanneer een subsidie niet voldoet aan de definitie van permanente middelen of kapitaalsubsidies, d.w.z. wanneer ze niet dient als duurzame financiële steun of voor investeringen, dan moet ze als opbrengst worden geboekt.
Giften - Aftrekbaarheid
Zolang er geen wilsuiting of akkoord is tussen partijen, is er geen sprake van een gift. Boekhoudkundig betekent dit dat een aanbod of belofte van een gift geen opbrengst oplevert bij de begunstigde vereniging of stichting.
Zie: Artikel 932 van het Burgerlijk Wetboek / Artikel 4.161 van het Nieuw Burgerlijk Wetboek.
Om voor de schenker fiscaal aftrekbaar te zijn (in 2025 een belastingvermindering van 45%, al voorziet de nieuwe federale regering een verlaging tot 30% – op vandaag nog niet van kracht), moet een gift aan de volgende voorwaarden voldoen:
- Minimaal 40 euro per kalenderjaar en per organisatie
- Aan een erkende organisatie geschonken worden
Welke voorwaarden gelden voor de erkenning?
De erkenning wordt toegekend door de FOD Financiën, op basis van een aanvraag door de vereniging, ten laatste op 31 december van het jaar voorafgaand aan de beoogde erkenningsperiode. De vereniging of stichting moet actief zijn in een van de volgende domeinen:
- Wetenschappelijk onderzoek
- Cultuur
- Monumenten en sites (behoud en bescherming)
- Natuur en milieu
- Oorlogsslachtoffers
- Personen met een handicap
- Ouderen
- Beschermde minderjarigen
- Hulpbehoevenden
- Slachtoffers van erkende natuurrampen in België
- Ontwikkelingslanden
- Slachtoffers van zware industriële ongevallen
- Duurzame ontwikkeling
- Dierenasielen
Legaten
Een legaat is een bepaling in een testament waarbij de erflater zijn of haar vermogen geheel of gedeeltelijk verdeelt.
Er bestaan drie soorten legaten:
- Algemeen legaat: alle bezittingen worden nagelaten aan één of meerdere personen of instellingen.
- Legaat ten algemenen titel: een bepaald deel van de nalatenschap (bijvoorbeeld alle roerende of alle onroerende goederen) wordt nagelaten aan een of meerdere personen.
- Bijzonder legaat: een of meerdere welbepaalde goederen worden nagelaten aan een specifiek persoon.
Duo-legaat - Men spreekt van een duo-legaat wanneer twee begunstigden in een testament worden aangeduid:
- Een goed doel (meestal een vzw of stichting), dat het merendeel van de nalatenschap ontvangt (algemeen legaat), op voorwaarde dat zij de erfbelasting betaalt over de volledige nalatenschap;
- Een ver familielid of vriend, die een bijzonder legaat ontvangt vrij van erfbelasting (omdat deze betaald wordt door het goede doel).
Het voordeel ligt in het feit dat het legaat aan het familielid of vriend kleiner is dan het volledige vermogen, zodat het totaal aan successierechten lager uitvalt (successierechten zijn progressief).
- Bijvoorbeeld, in plaats van een rechtstreekse nalatenschap van € 1.000.000, wordt een bedrag van € 550.000 nagelaten aan een vzw en € 450.000 aan een persoon. De successierechten op deze lagere bedragen zijn kleiner dan in de hoogste schijf.
Deze formule kan voordelig zijn voor een vereniging, maar vereist grondige berekening om zeker te zijn dat de erfbelasting niet hoger uitvalt dan het resterend bedrag van het legaat.
- Bijvoorbeeld: een erflater laat € 1.000.000 na aan een vzw op voorwaarde dat deze de successierechten betaalt op een bijzonder legaat van € 475.000 aan een vriend. De successierechten op dat bijzonder legaat bedragen € 290.000. De erfbelasting die door de vzw zelf moet worden gedragen bedraagt € 38.500. De totale kost voor de vzw is dan: € 475.000 + € 290.000 + € 38.500 = € 803.500. De netto opbrengst voor de vzw bedraagt dus € 196.500.
Let op: in Vlaanderen is het duo-legaat sinds 2021 afgeschaft en niet meer toegestaan. In Brussel en Wallonië is het mechanisme echter nog steeds van toepassing.
Meer info: Wil u een goed doel steunen? Hebt u al gedacht aan het duo-legaat? | Notaris.be – Nieuws
Met de steun van
logos subsides.jpg
