31 januari 2019

Persbericht: De socialprofitsector stelt zijn prioriteiten voor de komende verkiezingen voor

De vier interprofessionele werkgeversorganisaties van de Belgische socialprofitsector zijn klaar voor de verkiezingen van mei 2019 en publiceerden hun 6 gemeenschappelijke prioriteiten voor de sector. BRUXEO (Brussel) , UNIPSO (Wallonië en FW-B), UNISOC (federaal niveau) en VERSO (Vlaanderen) verenigen zich om een grote bijdrage te leveren aan de uitdagingen die zich stellen en om de economische, sociale en milieugerelateerde ontwikkeling van België en haar Gewesten te ondersteunen. Ze benadrukken dat investeren in socialprofitondernemingen voordelig is voor de duurzame ontwikkeling van onze samenleving. Investeren in de socialprofitsector betekent investeren in het algemeen belang, jobs creëren, de economische vooruitgang ondersteunen en het welzijn van de bevolking en de toekomstige generaties versterken.

De social profit stelt 700.000 personen tewerk in haar 32.000 ondernemingen in zeer uiteenlopende domeinen: gezondheid, welzijn, kinderopvang, thuishulp, mindervaliden, rusthuizen, onderwijs, jeugd, inschakeling, cultuur, enz. Deze ondernemingen bieden aangepaste diensten aan, die kwaliteitsvol zijn en toegankelijk voor alle burgers, hun leven lang. Om dat te bereiken, creëren ze duurzame jobs die niet naar het buitenland worden verplaatst. Zij nemen meer dan 8% van de toegevoegde waarde voor hun rekening – 30 miljard euro – en bieden dagelijks een antwoord op de noden van een land en van regio’s in niet aflatende omwenteling.

 

Daarom vragen de vier federaties aan de overheden om onderstaande 6 prioriteiten van de social profit op te nemen in de politieke programma’s en, desgewenst, in de beleidsverklaringen van de volgende regeringen:

  1.        Dezelfde betrokkenheid en erkenning als de andere sociale partners, in alle overlegfora. Zodoende kan de social profit zijn expertise ter beschikking stellen om samen een ambitieus beleid te ontwikkelen dat een antwoord biedt op de noden van de bevolking.

  2.        Voldoende en duurzame overheidsfinanciering, noodzakelijk om de hem toevertrouwde opdrachten te kunnen realiseren, om zijn wettelijke verplichtingen na te komen en om de continuïteit, de kwaliteit en de toegankelijkheid van zijn dienstverlening zo efficiënt mogelijk te kunnen garanderen.

  3.        De creatie van kwaliteitsvolle jobs en een opleidingsaanbod (initieel en permanent) dat aansluit op de noden in het werkveld. Tijdens de volgende legislatuur zal de sector 120.000 nieuwe werknemers moeten aanwerven om zijn dienstverlening aan te passen aan de immer groeiende noden van de bevolking. Dat veronderstelt een verbetering van de aantrekkelijkheid van de beroepen, een ambitieus opleidingsbeleid en een goede omkadering van het personeel.

  4.        Een klimaat dat ondernemingsgeest, innovatie en onderzoek in de social profit erkent en stimuleert. Daartoe moet het toepassingsgebied van de maatregelen m.b.t. de economische en strategische groei van ondernemingen uitgebreid worden naar de social profit en moeten er hulpmiddelen aangereikt worden op stuk van sensibilisering, opleiding, begeleiding en financiering. De socialprofitsector wil immers mee zoeken naar innovatieve voorstellen om nieuwe oplossingen te vinden voor maatschappelijke behoeften en problemen.

  5.        Een duidelijk juridisch en fiscaal kader dat waakt over het sociaal oogmerk van de sector, erkenningen van onbepaalde duur voor socialprofitondernemingen, de toepassing van het “Once-Only” principe en van vertrouwen als basis voor administratieve procedures. De sector heeft immers behoefte aan ademruimte om zijn activiteit te kunnen ontwikkelen en versterken.

  6.         Financiële ondersteuning om te investeren in renovatie, energiebesparing en het op punt stellen van infrastructuur. Socialprofitondernemingen zijn werkplekken, maar ook woonplaatsen voor vele duizenden mensen. Dat maakt een comfortabele en energetisch performante infrastructuur onontbeerlijk.

Deze prioriteiten zijn gedragen door de 4 intersectorale werkgeversfederaties in naam van de organisaties die ze vertegenwoordigen. Ze zijn de gemene deler van de diverse memoranda van BRUXEO, UNIPSO, UNISOC en VERSO. Ze worden eerdaags voorgesteld aan de partijvoorzitters, tijdens ontmoetingen in het werkveld om de voorstellen uitgebreid te kunnen toelichten en er de operationele pistes van te kunnen voorstellen.

Perscontact

Michaël De Gols, Juridisch adviseur UNISOC - 0472/815.637

Hier vindt u de diverse memorandums

BRUXEO

UNIPSO

UNISOC

VERSO