Verplichtingen van de werkgever bij een arbeidsongeval
1. Definitie en voorbeelden van arbeidsongevallen
Een arbeidsongeval wordt door de wet van 10 april 1971 gedefinieerd als een plotselinge gebeurtenis die zich voordoet tijdens en door de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en die een letsel veroorzaakt, lichamelijk of psychisch. Om erkend te worden, moet het dus aan drie voorwaarden voldoen:
- een plots feit (bijvoorbeeld een val, een slag of een brandwonde),
- een verband met de beroepsactiviteit of de woon-werkverplaatsing,
- een letsel, onmiddellijk of uitgesteld.
Veel voorkomende voorbeelden: een snijwonde door een cuttermes, een val op de bedrijfstrap, een brandwonde door een machine, of een verkeersongeval op de normale en rechtstreekse weg tussen de woonplaats en de werkplaats (of een gebruikelijke werkgerelateerde plaats, bv. bedrijfsrestaurant, externe vergadering).
2. Verzekeringsplicht
Elke werkgever moet zijn werknemers vanaf hun eerste werkdag verzekeren tegen arbeidsongevallen bij een erkende verzekeringsmaatschappij.
Bij niet-naleving (geen verzekering):
- kan FEDRIS, het Federaal Agentschap voor Beroepsrisico’s, een verplichte aansluiting opleggen, met een premie berekend op basis van de niet-gedekte periode, het aantal betrokken werknemers en het wettelijke loonplafond;
- kunnen ook strafrechtelijke sancties (boete, gevangenisstraf) worden uitgesproken.
Opmerking: deze verplichte verzekering dekt enkel de werknemers. De werkgever zelf, indien hij niet als werknemer van de structuur wordt beschouwd, kan desgewenst een persoonlijke aanvullende verzekering afsluiten.
3. Aangifte van arbeidsongevallen
De werkgever (of zijn sociaal secretariaat) moet elk arbeidsongeval of woon-werkongeval binnen acht dagen vanaf de dag na het ongeval aangeven bij de verzekeraar.
Zelfs bij laattijdige aangifte moet dit zo snel mogelijk gebeuren. De verzekeraar beslist vervolgens of het feit erkend wordt als arbeidsongeval.
4. Bijzondere gevallen
Het licht ongeval
Een ongeval wordt als licht beschouwd (artikel 62, eerste lid, van de Wet op de Arbeidsongevallen) wanneer:
- de verzorging in het bedrijf zelf kon worden toegediend,
- geen arts moest tussenkomen,
- er geen loonverlies of arbeidsongeschiktheid was.
In dat geval hoeft het ongeval niet aan de verzekeraar te worden aangegeven, maar moet het worden ingeschreven in het register van de eerste hulp en opgenomen in het jaarlijks verslag van de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Ook ongevallen op de woon-werkweg, waarvoor het slachtoffer ter plaatse is verzorgd, kunnen als lichte ongevallen worden beschouwd.
Bijvoorbeeld: een schaafwonde die wordt ontsmet en eventueel verbonden zonder verdere medische verzorging en zonder arbeidsongeschiktheid.
Inhoud van het register van de eerste hulp
Elk licht ongeval moet worden genoteerd met:
- de naam van het slachtoffer en van de persoon die de hulp heeft verleend,
- de datum, het uur, de plaats en de omstandigheden van het ongeval,
- de beschrijving van het letsel en de toegediende verzorging,
- de eventuele getuigen.
Indien de gezondheidstoestand van het slachtoffer later verergert, moet het ongeval alsnog binnen acht dagen na kennisname door de werkgever aan de verzekeraar worden gemeld. Wanneer het ongeval niet in het register is opgenomen, is het moeilijk te bewijzen dat de verslechtering verband houdt met een arbeidsongeval en dat er dus recht is op vergoeding.
Deze maatregel heeft een dubbel doel: de administratieve last voor de werkgever te verlichten en tegelijk de rechten van slachtoffers te waarborgen bij een eventuele verergering. Er is geen specifieke sanctie, maar de vrijstelling van aangifte geldt enkel indien het ongeval correct in het register werd genoteerd.
Opmerking: er bestaan verschillende modellen van eerstehulpregisters — u kunt er online één vinden.
Het register mag zowel op papier als elektronisch worden bijgehouden. Een digitaal formaat heeft vaak de voorkeur omwille van de gebruiksvriendelijkheid, toegankelijkheid en integratie in risicobeheerssystemen. Een papieren versie is handiger voor kleine organisaties of als fysieke back-up. Het belangrijkste is dat het register volledig, toegankelijk en up-to-date is, ongeacht de vorm.
Het ongeval tijdens telewerk
Een ongeval dat zich voordoet tijdens het telewerken wordt vermoed een arbeidsongeval te zijn. Deze vermoedens gelden:
- als het ongeval plaatsvindt in de schriftelijk vermelde telewerkplaats(en) (of, bij gebrek daaraan, in de woonplaats of de gebruikelijke telewerkplaats);
- als het ongeval zich voordoet tijdens de schriftelijk overeengekomen werkuren (of, bij gebrek daaraan, tijdens het normale uurrooster dat voor de werknemer geldt).
Bovendien worden bij telewerk van thuis uit bepaalde verplaatsingen beschouwd als woon-werkverkeer:
- tussen woonplaats ↔ school of kinderopvang,
- tussen woonplaats ↔ eetgelegenheid (bedrijfsrestaurant, restaurant, winkel).
5. Ongevallenfiche (arbeidsongeschiktheid ≥ 4 dagen)
Wanneer het ongeval minstens vier dagen arbeidsongeschiktheid veroorzaakt, moet de werkgever ervoor zorgen dat de interne of externe dienst voor preventie en bescherming op het werk een ongevallenfiche opstelt (artikel I.6-12 van de Codex over het welzijn op het werk). De dienst moet op de hoogte worden gebracht, zeker wanneer de arbeidsgeneeskunde wordt uitbesteed aan een externe dienst.
6. Goede praktijken voor de werkgever
- Sluit de verplichte verzekering af vanaf de aanwerving van de eerste werknemer.
- Meld elk ongeval (behalve lichte) binnen 8 dagen.
- Houd een nauwkeurig register van lichte ongevallen bij.
- Laat een ongevallenfiche opmaken bij arbeidsongeschiktheid van minstens 4 dagen.
Nuttige links :