13 oktober 2022

5,4 miljoen € in 2022 en 26 miljoen € in 2023 om de social profit-sector te steunen bij de aanpak van de energiecrisis

Budget

Budget 2023

Goed nieuws ! In het kader van de voorbereiding van de begroting 2023 heeft de Brusselse regering een budget van 26 miljoen euro gereserveerd om een deel van de extra kosten te dekken die gepaard gaan met de stijging van de energiefactuur voor de social profit-sector die afhankelijk is van het Gewest, de COCOM, de COCOF en de VGC (persbericht).

Wat met 2022?

In 2022 heeft de GGC en de COCOF een budget van 5.4 miljoen € voorzien.

BRUXEO verwelkomt dit noodzakelijke en onmisbare besluit, maar zal het voldoende zijn ? Er is momenteel geen extra budget gereserveerd voor de indexering van facultatieve subsidies ; er is geen evolutie van de operationele kosten voorzien om de stijging van de prijzen van brandstof, voedsel, huur en diverse leveranciers en onderaannemers te compenseren...

In discussie

Wat het budget ter compensatie van de extra energiekosten in de social profit-sector betreft, kunnen wij reeds de volgende elementen aangeven (meer informatie volgt) :

  • Het overleg zal worden voortgezet om te bepalen hoe deze middelen aan de VZW's zullen worden toegewezen ;
  • Alle social profit-sectoren die met de 4 entiteiten verband houden zijn in de perimeter geïntegreerd, maar er zullen specifieke maatregelen moeten worden gevonden om de steun aan erkende en niet-erkende VZW's te onderscheiden ;
  • Commerciële RH/RVT's vallen hier niet onder en worden omgeleid naar economische steunmaatregelen ;
  • Geen reactie in dit stadium op meer structurele oplossingen voor de crisis (aanpassing/flexibiliteit van wetgeving die temperaturen oplegt, steun voor investeringen, aanpassing van renolutiepremies, renteloze leningen, enz.) ;
  • Voor de aanpassing van 2022 zijn de besprekingen nog aan de gang ;
  • Er zijn ook besprekingen aan de gang om een deel van de SPA ongebruikte middelen voor 2022 aan een energiepremie voor VZW's toe te wijzen ;
  • Ten slotte zijn er geen plannen om de extra kosten in verband met de indexering (late indexering, facultatieve subsidies en eigen werknemers) of de stijging van de kosten (huur, onderaannemers, voeding, gas, enz.) te compenseren.